fr

Gehoortesten

Hier kunt u alles lezen over de mogelijke onderdelen van een gehoortest. Werkwijzen en technische termen die tijdens de testen aan de orde kunnen komen, worden uitgelegd.

Als iemand het heeft over een gehoortest, dan wordt daarmee meestal toonaudiometrie bedoeld. Het is een grafiek waarin de status van ons gehoor wordt weergegeven. Het geeft informatie over het vermogen om te horen en de eventuele oorzaak. Een dergelijk gehooronderzoek is altijd pijnloos.

U kunt steeds bij ons vrijblijvend een gehoortest laten afnemen.

Het meten van het hoorvermogen

Het hoorvermogen wordt gemeten aan de hand van toonaudiometrie, dit is de klassieke gehoortest. Het is een grafiek die de status van het gehoor weergeeft. Tijdens de gehoortest worden tonen met verschillende toonhoogtes en luidheden aangeboden.

Bij elke zuivere toon met een bepaalde frequentie of toonhoogte die in de test wordt aangeboden past een minimale luidheid of intensiteit waarbij we deze toon nog net kunnen horen. Deze luidheid wordt de gehoordrempel genoemd. Tijdens de gehoortest wordt de gehoordrempel voor elk oor afzonderlijk gemeten. Per oor worden er meestal 8 toonhoogtes getest. Dit wordt grafisch weergegeven als een curve.

De gehoordrempel geeft een goede eerste indruk van het mogelijk bestaan van een gehoorverlies. Zowel de mate van gehoorverlies als bij welke frequenties.

In praktijk zal het dus zo zijn dat men een aantal toontjes te horen krijgt. Steeds als een toontje wordt gehoord, dient dit aangegeven te worden.

De tonen kunnen worden aangeboden via een hoofdtelefoon, hiermee wordt de luchtgeleidingsdrempel gemeten. Ook is het mogelijk de beengeleidingsdrempel te meten met een klein trilblokje (beenvibrator) dat achter het oor wordt geplaatst. Het slakkenhuis wordt hierdoor direct getest via geleiding van geluidstrillingen doorheen het bot, dus zonder tussenkomst van de gehoorbeentjes en het trommelvlies. Uit de combinatie van deze twee drempels kan worden opgemaakt waar in het oor het gehoorverlies wordt veroorzaakt: in de gehoorgang en/of het middenoor (geleidingsverlies, luchtgeleiding) of in het binnenoor (perceptieverlies, beengeleiding). Ook een combinatie van beide is mogelijk.

Bepaling van het dynamisch bereik en de spraakverstaanbaarheid

Dynamisch bereik

Het gebied tussen de drempel waarbij een toon nog net wordt gehoord en deze waarbij het als onaangenaam hard wordt ervaren, is het dynamisch bereik. De tonen zoals bij toonaudiometrie worden telkens een stapje harder gemaakt. Op een gegeven moment zal er een intensiteit worden bereikt die onaangenaam hard wordt waargenomen. De intensiteit waarbij dit plaatsvindt, is de onaangename luidheidsdrempel (Uncomfortable Level of UCL). Eveneens kan de aangename luidheidsdrempel worden bepaald (Most Comfortable Level of MCL), ofwel de luidheid die prettig in de oren klinkt. Bij sommige slechthorenden is ook de onaangename luidheidsdrempel verschoven. Bij een veel lager intensiteitsniveau vinden zij geluiden onaangenaam. Indien er hoortoestellen worden aangepast, zal dit zeker worden nagegaan.   

Bepaling van de mate van spraakverstaanbaarheid

Een verminderd vermogen om spraak te verstaan in lawaai is één van de eerste signalen van gehoorverlies. Er zijn verschillende mogelijkheden om het spraakverstaan te testen. Meestal wordt het vermogen om spraak te verstaan (ook wel de spraakverstaanbaarheid genoemd) gemeten door het aanbieden van woorden (of zinnen) met verschillende luidheden. Tijdens de test moeten de woorden herhaald worden. Op deze wijze kan de spraakdrempel worden gemeten, het vermogen om spraak te verstaan of de mate van verlies (discriminatieverlies).

Testen van de middenoorfunctie

Bestaat het vermoeden dat het gehoorverlies wordt veroorzaakt door problemen in het middenoor, dan kan er als aanvulling op het toonaudiogram een impedantiemeting worden afgenomen. Deze meting test de beweeglijkheid van het middenoorsysteem (gehoorbeentjesketen en trommelvlies). Dit is een objectieve test waarbij geen medewerking van de patiënt wordt verwacht.

Er wordt een dopje (meetprobe) in de uitwendige gehoorgang geplaatst die een lage toon weergeeft. Vervolgens wordt de luchtdruk in de uitwendige gehoorgang gevarieerd. Tijdens het variëren van de luchtdruk wordt er gemeten in welke mate de lage toon in het middenoor verdwijnt en in welke mate deze toon wordt weerkaatst door het trommelvlies. Op die manier kan er worden vastgesteld of er bijvoorbeeld sprake is van een vochtophoping in het middenoor of dat er in het middenoor een onderdruk aanwezig is.

Oto-akoestische emissies

Het slakkenhuis (de cochlea) heeft naast het opvangen van geluid nog een andere functie, namelijk het zelf produceren van geluidssignalen. Deze signalen worden oto-akoestische emissies (OAE) genoemd. Deze signalen kunnen gemeten worden in de uitwendige gehoorgang. Tijdens de test wordt nagegaan of de uitwendige haarcellen van het binnenoor normaal functioneren. Deze objectieve test is zeer eenvoudig af te nemen en vereist geen medewerking van de patiënt. Aan de hand van een meetprobe (een oordopje met een kabeltje) die in de gehoorgang wordt geplaatst, kunnen de emissies geregistreerd worden.

De test wordt vaak gebruikt bij pasgeborenen als screeningsmethode. Ook bij jonge kinderen en volwassenen indien een objectief meetresultaat noodzakelijk is, vb. indien toonaudiometrie niet mogelijk is.   

Brainstem Evoked Response Audiometry (BERA) of Auditory Brainstem Response (ABR)

BERA (Brainstem Evoked Response Audiometry) of ABR (Auditory Brainstem Response) is een objectieve gehoortest waarbij de hersenactiviteit wordt gemeten na het aanbieden van geluid (hersenstamaudiometrie). Tijdens de test worden korte tonen (clicks) aangeboden via een koptelefoon. De tonen worden doorgegeven via de uitwendige gehoorgang naar het middenoor en naar het binnenoor (cochlea of slakkenhuis) waar de haarcellen worden gestimuleerd. Vervolgens wordt een signaal doorgegeven aan de gehoorzenuw en zo verder geleid naar de hersenstam. De respons, die bestaat uit golven, wordt t.h.v. de hersenstam gemeten via elektrodes. Elke golf komt overeen met een plaats op de route gaande van het slakkenhuis tot en met de hersenstam.

Deze test kan gebruikt worden om op een objectieve manier een gehoordrempel te bepalen, bv. wanneer een toonaudiometrie niet mogelijk of onbetrouwbaar is. Via deze test kan er ook worden nagegaan of de auditieve zenuw nog goed functioneert. Een BERA-onderzoek wordt vandaag het meest afgenomen bij baby’s indien verdere evaluatie van het gehoor noodzakelijk is (bv. na een negatieve Algoscreening door Kind & Gezin).